♡ Terug naar blogoverzicht

Gelukkig

17 september 2015

Het leven zomaar weer beginnen bleek toch niet zo gemakkelijk. Het besluit nemen om maar weer verder te gaan zoals vóór Boris was iets te ambitieus. Zoals ik al schreef; ‘Ik ben nog maar pas gebroken’. Dus hoe kan ik dan van mezelf verwachten dat ik zomaar ineens weer verder kan? 


En dat hoeft ook niet. Ik vul mijn dagen steeds meer zoals het eerder was, maar ik ben wel vaker lief voor mezelf. Ik ben vaak zo vreselijk moe dat ik soms nog wel eens uitslaap of een middagdutje doe. Gelukkig werkt Ad thuis dus hij is altijd bij me, en als ik hem nodig heb kruipt hij even naast me op de bank. Dus nu heb ik besloten niets meer te besluiten. Mijn perfectionistische ik zal gewoon maar even geduld met me moeten hebben en dan komt het allemaal vanzelf wel weer.


Toen we op 28 april hoorden dat Boris niet meer leefde had ik niet gedacht dat we nu alweer zouden staan waar we staan. Ik dacht echt dat het nooit meer goed zou komen en dat ons leven voorgoed stuk zou zijn. Gelukkig vonden we al heel gauw de kracht om daar tegen de vechten en besloten we juist voor Boris ons leven nóg mooier te maken, maar heel vaak wist ik echt niet hoe. En hoe vastberaden ik ook was om het verlies van mijn lieve zoon mij niet tot een verbitterde vrouw te laten worden, ik was zo bang dat ik nooit meer gelukkig zou kunnen zijn.


Een paar weken voordat Boris overleed voelde ik me intens gelukkig. Ik heb in mijn leven al best eens wat moeten strijden, maar ik was op een punt in mijn leven samen met Ad beland, dat we oprecht heel erg gelukkig waren met alles wat we hebben. We voelden ons gezegend met ons werk, ons gezin, onze vrienden en familie, en natuurlijk met de komst van Boris. Het was zo’n fantastisch mooie tijd dat ik er verdrietig van word dat het nu niet meer zo is. Ik mis het gevoel van onbevangen gelukkig zijn, en dat doet me pijn.


Nu is alles anders. Onbevangen gelukkig zijn kan nooit meer, want dat is stuk gegaan toen Boris overleed, maar kunnen we wel weer gewoon gelukkig zijn? Deze vraag hield me al een flinke tijd bezig, maar de laatste paar dagen heb ik geleerd dat het wel weer kan. Er zijn een paar kleine momenten geweest dat ik er even heel dichtbij was. Het lukt nog niet om het helemaal te voelen, want daarvoor is het nog te vroeg, maar dat ik het al bijna weer kan aanraken geeft me rust en hoop voor de toekomst. De tranen stromen over mijn wangen op dit moment, want hoe kan ik nu ooit weer gelukkig worden als mijn zoon niet meer leeft? Af en toe voel ik me daar eventjes schuldig om, maar dat is vaak al gauw weer weg. Want ik weet dat Boris juist wil dat we gelukkig zijn, en eerlijk gezegd kan ik niet wachten tot het weer zo ver is.


Wat heel fijn is, is dat het steeds vaker lukt om aan Boris te denken zonder al te veel verdriet. In het begin was alles omtrent Boris gekoppeld aan verdriet. Natuurlijk ook heel veel liefde en trots, maar toch vooral ook veel verdriet. Het lukt ons steeds beter om het verdriet van het gemis los te koppelen van Boris. We zijn verdrietig om dat hij er niet meer is, maar niet omdat hij er is geweest. Ik zou alles zo weer over doen, en door dezelfde hel gaan, want ik had mijn zoon nooit willen missen. Hij heeft mij moeder gemaakt en Ad en mij onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Hij is het allermooist dat we ooit kregen en zagen.


Het klink misschien vreemd, maar Boris was zo prachtig mooi dat hij bijna heilig was. Hij lag zo sereen en volmaakt in zijn wiegje, ik denk niet dat er iets mooiers bestaat. Hij leefde niet en dat is verschrikkelijk, maar juist doordat hij niet leefde was hij zo prachtig. Hij stierf in mijn buik, ik denk de mooiste plek ter wereld; bij je moeder, lekker warm met alleen maar liefde. En zo kwam hij ter wereld, met alleen maar liefde, warmte en perfectie. Geen ziekte, geen dorst en honger, geen angst en geen verdriet. Alleen maar liefde. En dat kon je zien! Gek genoeg voelen we ons bevoorrecht dat we dit mooie stukje van het “leven” hebben mogen zien. Natuurlijk hebben we er alles voor over om hem bij ons te hebben, maar wat we hebben gezien is echt een wonder. Onze Boris is het mooiste wonder van de wereld, en dat zal hij altijd blijven.


Ik weet nu dat we dit moois voor altijd met ons mee zullen dragen, en dat geeft me nog meer vertrouwen voor de toekomst. Boris heeft ervoor gezorgd dat we dichter bij onszelf en elkaar blijven en heeft ons geleerd dat het altijd weer licht wordt, ook al is het soms zo akelig donker.


En tot het weer écht licht wordt blijven we gewoon maar verder leven. Proberen we zoveel mogelijk te genieten van alles dat er wél is, zijn we soms nog steeds erg verdrietig, maar zullen we steeds weer een beetje dichterbij ‘gelukkig zijn’ komen. 


Gelukkig maar…




Deel deze blog via:

6 april 2025
Ik lig buiten in de schommelstoel en luister naar mijn meisje van acht die bij de buren speelt. Ik hoor haar lachen en genieten en geniet met haar mee van een afstandje. In gedachten ben ik ineens bij Boris. Zou hij met haar mee zijn gegaan om daar te spelen? Of was hij te verlegen en zou hij lekker bij mij in de tuin hebben gezeten met een filmpje of een stripboek, en ook hebben geluisterd naar zijn zusje. ‘Hoor je Babet ook lachen mam?’ Hoor ik hem zeggen in mijn gedachten... Ik zie hem ineens zitten in de oranje tuinstoel. Glashelder. Hij gaat staan en loopt richting mijn schommelstoel met een kleine glimlach, en zijn donkere haar met nog maar een paar korte krullen omdat hij ze niet meer zo lang wilde. Hij is tenslotte al bijna tien! Het beeld was er een paar seconden, verdween weer net zo snel, en ik probeer het terug te vinden zodat ik het verhaal in mijn hoofd verder kan volgen, maar het lukt niet meer, het is weg. Vaag zie ik het beeld nog voor me. Van Boris die die nu negen jaar had moeten zijn, in een spijkerbroek en een gestreept shirt met ik geloof een beetje rood erin. Ik zie lieve blauwe ogen die bij de zijkanten wat dichtvallen door het felle licht buiten. Dan pak ik snel mijn telefoon want ik wil het moment beschrijven. Ik wil de kleuren en zijn ogen niet vergeten. Het voelde zo dichtbij! Als een film of misschien als een glimp van een parallel universum, maar alsof het echt zo had kunnen zijn. Een stukje van Boris dat ik nooit heb kunnen zien maar waarvan ik eventjes een moment heb kunnen meemaken in dit kleine magische moment. En nu is het weg. Zoals hij ook al veel te lang weg is. En eigenlijk is hij niet weg, want hij leeft nog zo mooi in mijn hart en in mijn lijf, maar hij is wel te ver. Ik hoef zijn gestreepte shirt niet te wassen, zijn krullen niet in bedwang te houden en ik kan hem niet bij me op schoot trekken in de schommelstoel. Want ook al is hij bijna tien, dat had hij nog graag gedaan, lekker dicht bij mama, dat weet ik zeker. Inmiddels lopen de tranen over mijn wangen en heb ik het veel te koud buiten omdat de zon er niet meer is. Maar ik wil nog niet naar binnen omdat ik dit gevoel dat zo van mij is, niet kan delen. Dat durf ik niet maar het lukt ook niet. Die pijn zit te diep en ik zou het niet hardop kunnen zeggen. Schrijven is voor mij de enige manier. Als het verdriet en de wond van het losrukken en het gemis zo open liggen, dan ben ik het liefst alleen en zet de woorden die door me heen gaan op het digitale papier. Dus ik laat mijn tranen nog even wat drogen aan de wind. Dat mag ook, ik mag dit best alleen doen. Nog heel eventjes wachten, en dan ga ik weer naar binnen. Nog eventjes alleen met én zonder Boris…
20 maart 2025
De geuren buiten, de kleuren van de lucht en het beginnende groen, het licht dat weer verder naar binnen komt, de tekenen van de lente… Dag liefje, Langzaam voel ik jouw dagen wat dichterbij komen, mijn lieve lentekind. Naar die dagen in april, waarop ik je kreeg en tegelijk verloor. Naar de ene dag waarop licht en donker tegelijk zo sterk aanwezig waren. De dag waarop de liefde won van die allergemeenste dood. Dus denk ik even weer wat vaker aan je, met mijn hand op mijn buik, in de zachte lieve lentewind… Liefs van mama
4 maart 2025
‘Mama zullen we in de kist van Boris kijken vanmiddag? Het is al een tijdje geleden en ik ben het een beetje vergeten hoe het ook al weer was’. Ik denk er kort over na en zeg; ‘Dat is goed lieverd, vandaag wil ik dat wel’. Ze vroeg het al vaker de laatste tijd, maar na een paar keer ‘nee’ als antwoord te hebben gegeven voelt het nu als een prima moment. ‘Waarom vind je dat heftig mam?’. Ik antwoord: ‘Omdat ik er soms verdrietig van wordt om de spulletjes van Boris te zien, omdat hij dood is en ik hem mis’. Ze zegt; ‘Dat is helemaal niet erg mam, dan ga ik je gewoon troosten met een heleboel kusjes en knuffels’. De kist is oude scheepskist van hout die al een paar jaar op onze kamer staat, gevuld met herinneringen aan Boris. Hij staat er sinds de zwangerschap van Babet. Het kamertje van Boris moest worden aangepast voor haar, een ingewikkelde proces waar ik ruim de tijd voor nam, en veel van zijn spulletjes kregen een mooie plek in deze kist. In het begin keek ik er regelmatig in, de behoefte was toen nog heel groot en ik had het nodig om zijn kleertjes te voelen, te bekijken en te ruiken. Zijn kleertjes droegen in het begin nog zijn geur, en ik heb ze destijds in een afgelosten plastic zak gedaan in de hoop dat zijn geur zo lang mogelijk zou blijven. Dit is best goed gelukt, maar de tijd heeft het logischerwijs steeds meer doen vervagen. En vandaag duiken Babet en ik samen de kist in. Ik probeer er zo open en rustig mogelijk in te staan, dit moment is even voor haar. Babet is erg enthousiast en zodra de kist openstaat haalt ze er van alles uit. Ze praat honderd uit en ik probeer het ondertussen niet vervelend te vinden dat het niet op ‘mijn’ manier gaat. Alles gaat op zijn kop, en van mijn zorgvuldig gesorteerde kist is weinig meer over. Het doet er eigenlijk weinig toe als je er over nadenkt, maar als het om Boris gaat, doet álles er voor mij toe. Maar, het lukt me dit naast me neer te leggen, en ik laat haar begaan. We bekijken zijn kleertjes die hij niet aan heeft gehad en het speelgoed waar hij nooit mee speelde. We bestuderen samen zijn foto’s en belanden tussen al zijn spulletjes langzaam even in onze eigen wereld. Ik pak zijn kleertjes die hij wél aan heeft gehad uit het speciale zakje en probeer de geur tevergeefs op te snuiven. Alles wat er over bleef is de geur van katoen en de, volgens Babet ouderwetse, geur van de scheepskist. Dan pak ik zijn sokjes, daar waar zijn geur het meest intens was. Heel even denk ik tóch iets te ruiken. Ik weet niet of het alleen mijn herinnering was, hoogstwaarschijnlijk wel, maar heel even was ik daar. Zijn voetjes, zijn lijfje, zijn aanwezigheid. Heel eventjes, ben ik weg, heel even, ben ik bij hem… Babet ziet het aan me en haalt me uit mijn trance met haar woorden; ‘Ik voel je mam, ik voel je echt…’. En waar ik op het punt stond om te breken, zag ik mijn meisje met waterige ogen naar me kijken. ‘Kom maar liefje’ zeg ik, en ik trek haar op schoot tussen de spulletjes van Boris. Ze huilt eventjes en kruipt dicht tegen me aan. ‘Ik wil gewoon niet dat we hem kwijt zijn en ik vind het stom dat mijn boertje er niet is’. Eventjes blijven we zo zitten samen. Een paar minuutjes later ruimen we alles weer op. Ze vraagt of ze een klein knuffeltje mag hebben uit de kist, eentje die een tijdje op zijn grafje heeft gelegen. Ik vind het goed en ze is dolblij met een klein stukje van hem. Ik kijk naar mijn grote kleine meisje en voel heel veel tegelijk. Gemis om Boris, trots op mijn achtjarige krullebol, maar vooral heel veel liefde voor mijn kinderen… 
14 december 2024
Ik doe zo mijn best om het klein te houden. Om alleen belangrijk te vinden, dat wat ook echt belangrijk is. Samen zijn, kusjes van mijn meisje, uit kijken naar kerst met ons gezin. Herinneringen maken, herinneringen eren. Kaarsjes aan, lief zijn. Ik doe zo mijn best om het klein te houden maar het lukt me niet altijd. Mijn bedrijf run ik nog steeds alleen en dat is veel, de sociale ballen die er altijd zijn vragen ook veel. Maar ik wil het kleinhouden, ik móet het klein houden, anders stroomt het over. Dan stroom ik over en dat is eigenlijk al te vaak gebeurt. Vlak na Boris stond ik zo dicht bij mezelf, voelde ik wat er echt van binnen speelde en kon ik grenzen aangeven waar nodig. Nu moet ik dagelijks terug naar dat plekje om weer te voelen waar het om draait. Het leven heeft zijn hectiek weer in volle gang over genomen, en het lijkt steeds moeilijker hier weer naar terug te gaan. Maar ik weet ook, bewustwording is de eerste stap, in die zin heb ik een flinke hore genomen. En richting kerst zoek ik weer het kleine op. In het geven van liefde en het ontvangen, want dat is wat het is. Kleine gebaren met grootse betekenissen, elke dag weer. Klein maar oh zo fijn! Nú is het moment, nú is waar het om draait, nú is waar je het verschil kunt maken. Wij houden het ook graag letterlijk klein met kerst. Samen zijn, lief zijn. Kerstboom optuigen, kadootjes uitpakken in pyama's, lekker eten, even wandelen en films kijken. En verder niets. Boris is er bij, zoals altijd, op zijn eigen manier. We steken kaarsjes aan, eentje extra voor hem, en soms pak ik even zijn vosje, vooral in de nacht. Ook voor hem houden we het klein, de liefde is er toch wel, die gaat echt nooit meer weg...
10 december 2024
De dagen vliegen voorbij en we komen steeds dichterbij kerst. Er belanden steeds mee kadootjes onder de kerstboom en we zijn al druk aan het verzinnen wat we gaan eten deze dagen. Babet vroeg of we nog een kadootje voor Boris onder de boom gaan leggen. Eigenlijk had ik voor mezelf bedacht dat het dit jaar niet hoeft, maar misschien is het toch fijn om hem toch iets te kunnen brengen met kerst. Natuurlijk steken we altijd een kaarsje voor hem aan bij ons thuis en bij zijn grafje, en ik denk dat ik met Babet een knuffel ga uitzoeken die we dan ook bij zijn grafje kunnen brengen. Het gemis is niet perse groter met kerst, het gemis is er namelijk altijd en is naast mijn liefde voor hem verweven in mijn leven. De lege plek is is tijdens feestdagen en fanilie momenten wel wat groter en ik denk wat vaker aan hem deze dagen. Dan ben ik zo benieuwd naar of hij ons nog kan zien. Zijn kleine zusje die een knuffel bij zijn grafje brengt of de kaarsjes en lichtjes die voor hem branden. “Ben je er nog liefje? En kun je ons ook zien? Ik hoop dat het mooi en fijn is waar je bent, en dat ik ooit weer bij je kan. Dat ik je weer vast kan houden en dat we dan voor eeuwig samen zijn! Voor nu denk ik je dichtbij ons, en voel ik onze liefde sterker dan ooit…”
4 oktober 2024
Zomaar, op een avond, omdat herinneringen en pijn nou eenmaal zo werken. "Voordat ik ga slapen kijk ik nog even bij mijn kleine meisje. Ik geef haar een kus op haar wang en vertel haar zachtjes hoeveel ik van haar hou. Ik strijk over haar voorhoofdje en ineens ben ik daar. Ik voel hem. Zijn hoofdje en zijn neusje. Ze lijken zo op elkaar en voelen nog steeds hetzelfde. Hun zachte lieve huid en de manier waarop hun oogjes dichtgaan. Zo lief, zo mooi en zo van mij. Ik voel haar elke dag, maar hem ook nog steeds. Hij zit in mij, hij lééft in mij. Zijn leven begon tenslotte in mijn lijf, maar het eindigde daar ook. Hij is met elke vezel van mij verbonden, en dat zal altijd zo zijn. Als onderdeel van mij, in mijn hart én in mijn lijf, neem ik hem voor altijd met me mee…"
Meer blogs weergeven...