♡ Terug naar blogoverzicht

De bevalling ⋆ Ons verhaal 3/5

3 mei 2015

Woensdag 29 april 2015 ~
Om 9.00 uur moesten we in het ziekenhuis zijn. Ik was nog steeds in shock en vond het erg spannend. Gelukkig had ik Ad. Hij was zo sterk en zo lief voor mij, zonder hem had ik geen stap kunnen verzetten maar samen met hem kon ik alles.

We hoopten allebei dat het erg snel zou gaan, en we gingen daar ook een beetje vanuit. Helaas bleek dat in eerste instantie niet het geval en vertelden ze ons dat we rekening moesten houden met dat het nog best een dag kon duren. Ik raakte daar behoorlijk van in paniek en Ad vroeg of het echt niet anders kon, bijvoorbeeld door een keizersnede. Maar na een gesprek waarin duidelijk werd dat bevallen voor mijn lijf het beste was en dat ik na een keizersnede de begrafenis niet op een goede manier mee zou kunnen maken gaf ik me eraan over. Het moest gebeuren, ik kon er niet omheen. Ik moest gaan bevallen van mijn dode zoon.


Gelukkig reageerde mijn lichaam sneller dan gedacht en kreeg ik in het begin van de middag wat kleine rugweeën. Daarna kreeg ik weeënopwekkers via een infuus en aan het einde van de middag had ik al om de minuut weeën. Helaas had ik nog niet genoeg ontsluiting, dus het persen liet nog even op zich wachten, maar de kans was gelukkig groot dat het vandaag toch nog ging lukken.


Ondertussen had ik erg veel pijn en kreeg ik een ruggenprik. Ze willen lichamelijke pijn in dit soort situaties zoveel mogelijk beperken, maar juist nu ging het helemaal mis. Pas na een flink aantal pijnlijke mislukte pogingen kreeg ik een goede prik. Gelukkig werkte het daarna snel en heb ik tijdens de weeën nog even kunnen slapen. Ondertussen was Ad de liefste man van de hele wereld door mijn rug te masseren en te kriebelen, en ontelbare keren het washandje op mijn hoofd te verversen. Hij hield zich sterk voor mij, maar huilde elk moment als ik het eventjes niet zag. Hij kon niets doen, en moest machteloos toekijken hoe zijn vrouw deze zware bevalling moest doorstaan.


Ad en ik hebben hebben tijdens de bevalling heel veel met elkaar gepraat. We hebben wel honderd keer tegen elkaar gezegd dat we het samen gingen doen, en dat het goed zou komen met ons. Als we maar dicht bij elkaar bleven, en dat deden we. Ook bespraken we alvast een aantal dingen voor de begrafenis. Bizar om te doen tijdens de bevalling maar het moest. Ad kreeg overdag nog een appje van zijn vriend, met de vraag of hij samen met hem het kistje voor Boris wilde maken. Ad was in tranen en vond het een prachtig idee! Ik ook.


Ik was erg bang voor het moment dat Boris er zou zijn. We waren bang dat we niet zouden voelen wat je normaal hoort te voelen als je een kindje krijgt. En ook voor wat we zouden zien. Want hoe ziet een dode baby eruit? Dat kun je je niet voorstellen.


Toen de persweeën begonnen werd ik opnieuw heel bang, maar op een gegeven had heb ik daar geen energie en tijd meer voor omdat het lichamelijk zo heftig was. Het duurde erg lang omdat Boris niet meer ‘mee kon helpen’ zoals een levende baby dat doet, het persen word daardoor nóg zwaarder. Maar na 1,5 uur persen was hij er eindelijk, onze lieve Boris. 



Om 23.22 uur werd hij geboren en wat was hij prachtig… Ze legden hem op mijn borst en ik voelde zijn heerlijke nog warme lichaampje. Een paar seconden waren we de gelukkigste mensen op de hele wereld. Weer leek de tijd even stil te staan maar nu omdat we vreselijk trots waren op onze zoon, want was hij vreselijk mooi en lief… En hij leek op ons! Mijn neusje en Ad zijn ogen, hij was echt van ons. Ik was verliefd! Het was het mooiste en tegelijkertijd meest verdrietige moment in mijn leven, en ook dat van Ad. Zo vreselijk veel liefde, maar ook zo onmenselijk veel pijn. Want hij leefde niet. Hij zou nooit zijn oogjes open doen en met zijn armpjes en beentjes spartelen. Hij huilde niet en dat hij wel moeten doen. Het bleef nog steeds stil, en dat zal altijd zo blijven…


Boris was helemaal perfect. Volmaakt met flinke bovenarmen en bovenbenen. Hij woog 3620 gram en was 52 cm lang, echt een grote vent dus! Er was niets te zien aan de placenta en aan de navelstreng. Alles leek normaal en gezond en ze konden dus ook niet zien waarom zijn hartje was gestopt. Het vruchtwater was helemaal schoon. Dat vonden we fijn omdat dit betekende dat hij geen stress heeft gehad en dus waarschijnlijk ook geen pijn. Dat gaf ons troost. Ik heb zelf de navelstreng doorgeknipt, ook weer mooi en pijnlijk tegelijk, maar wel fijn dat ik het zelf kon doen.


Ik genoot nog even van zijn heerlijke lijfje tegen me aan. Het was de eerste keer maar ook de laatste keer dat hij zo dicht bij me zou zijn dus ik nam alles in me op, elke aanraking en elke blik. Ad was héél dicht bij mij en Boris en genoot met me mee. We huilden en lachten, voelden ons verdrietig en geschokt, maar trots en liefde overheerste.


Na een tijdje namen de verpleegsters Boris mee om hem voorzichtig schoon te maken. Ook maakten ze afdrukken van zijn voetjes en handjes met gips en verf waar we nu erg blij mee zijn. Terwijl de verpleegsters met Boris bezig waren werd ik gehecht en belde Ad met mijn ouders en Iris en Daan om te vertellen dat Boris was geboren. Het was inmiddels diep in de nacht maar ze waren allemaal bij elkaar en nog wakker, iedereen leefde met ons mee.


Toen Boris bij ons terug was mochten we hem zelf aankleden. Dat vonden we best spannend maar met behulp van de verpleegsters lukte het. Ad heeft Boris grotendeels aangekleed en hem daarna in een ziekenhuis wiegje gelegd.
In eerste instantie zou Boris die nacht naar het mortuarium gaan omdat hij koud moest blijven, zijn lichaampje zou anders snel achteruit gaan. Dit idee vonden we echt ondraaglijk dus de verpleegsters deden hun best om toch een koelmatrasje te regelen. Gelukkig lukte dit en kwamen er twee vrouwen van Monuta midden in de nacht naar het ziekenhuis om dit voor ons te regelen. Heldinnen! Boris kon die nacht gewoon bij ons zijn.


Om ongeveer 3.00 uur lagen we eindelijk op onze kamer, met z’n drietjes. Even later kwamen mijn ouders en mijn zusje, ze wilden Boris heel graag eventjes zien. Het was een verdrietig moment, maar ook mooi dat we dit samen konden delen.
Daarna gingen we slapen. Ik kreeg tabletjes en Ad kroop bij mij in het veel te kleine ziekenhuis bed, want we wilden dicht bij elkaar zijn. Uiteindelijk ging Ad toch naar het bed aan de andere kant van Boris en vielen we in slaap met onze kleine man tussen ons in. De eerste nacht zonder en met Boris na de meest heftige en intense dag ooit.



Deel deze blog via:

6 april 2025
Ik lig buiten in de schommelstoel en luister naar mijn meisje van acht die bij de buren speelt. Ik hoor haar lachen en genieten en geniet met haar mee van een afstandje. In gedachten ben ik ineens bij Boris. Zou hij met haar mee zijn gegaan om daar te spelen? Of was hij te verlegen en zou hij lekker bij mij in de tuin hebben gezeten met een filmpje of een stripboek, en ook hebben geluisterd naar zijn zusje. ‘Hoor je Babet ook lachen mam?’ Hoor ik hem zeggen in mijn gedachten... Ik zie hem ineens zitten in de oranje tuinstoel. Glashelder. Hij gaat staan en loopt richting mijn schommelstoel met een kleine glimlach, en zijn donkere haar met nog maar een paar korte krullen omdat hij ze niet meer zo lang wilde. Hij is tenslotte al bijna tien! Het beeld was er een paar seconden, verdween weer net zo snel, en ik probeer het terug te vinden zodat ik het verhaal in mijn hoofd verder kan volgen, maar het lukt niet meer, het is weg. Vaag zie ik het beeld nog voor me. Van Boris die die nu negen jaar had moeten zijn, in een spijkerbroek en een gestreept shirt met ik geloof een beetje rood erin. Ik zie lieve blauwe ogen die bij de zijkanten wat dichtvallen door het felle licht buiten. Dan pak ik snel mijn telefoon want ik wil het moment beschrijven. Ik wil de kleuren en zijn ogen niet vergeten. Het voelde zo dichtbij! Als een film of misschien als een glimp van een parallel universum, maar alsof het echt zo had kunnen zijn. Een stukje van Boris dat ik nooit heb kunnen zien maar waarvan ik eventjes een moment heb kunnen meemaken in dit kleine magische moment. En nu is het weg. Zoals hij ook al veel te lang weg is. En eigenlijk is hij niet weg, want hij leeft nog zo mooi in mijn hart en in mijn lijf, maar hij is wel te ver. Ik hoef zijn gestreepte shirt niet te wassen, zijn krullen niet in bedwang te houden en ik kan hem niet bij me op schoot trekken in de schommelstoel. Want ook al is hij bijna tien, dat had hij nog graag gedaan, lekker dicht bij mama, dat weet ik zeker. Inmiddels lopen de tranen over mijn wangen en heb ik het veel te koud buiten omdat de zon er niet meer is. Maar ik wil nog niet naar binnen omdat ik dit gevoel dat zo van mij is, niet kan delen. Dat durf ik niet maar het lukt ook niet. Die pijn zit te diep en ik zou het niet hardop kunnen zeggen. Schrijven is voor mij de enige manier. Als het verdriet en de wond van het losrukken en het gemis zo open liggen, dan ben ik het liefst alleen en zet de woorden die door me heen gaan op het digitale papier. Dus ik laat mijn tranen nog even wat drogen aan de wind. Dat mag ook, ik mag dit best alleen doen. Nog heel eventjes wachten, en dan ga ik weer naar binnen. Nog eventjes alleen met én zonder Boris…
20 maart 2025
De geuren buiten, de kleuren van de lucht en het beginnende groen, het licht dat weer verder naar binnen komt, de tekenen van de lente… Dag liefje, Langzaam voel ik jouw dagen wat dichterbij komen, mijn lieve lentekind. Naar die dagen in april, waarop ik je kreeg en tegelijk verloor. Naar de ene dag waarop licht en donker tegelijk zo sterk aanwezig waren. De dag waarop de liefde won van die allergemeenste dood. Dus denk ik even weer wat vaker aan je, met mijn hand op mijn buik, in de zachte lieve lentewind… Liefs van mama
4 maart 2025
‘Mama zullen we in de kist van Boris kijken vanmiddag? Het is al een tijdje geleden en ik ben het een beetje vergeten hoe het ook al weer was’. Ik denk er kort over na en zeg; ‘Dat is goed lieverd, vandaag wil ik dat wel’. Ze vroeg het al vaker de laatste tijd, maar na een paar keer ‘nee’ als antwoord te hebben gegeven voelt het nu als een prima moment. ‘Waarom vind je dat heftig mam?’. Ik antwoord: ‘Omdat ik er soms verdrietig van wordt om de spulletjes van Boris te zien, omdat hij dood is en ik hem mis’. Ze zegt; ‘Dat is helemaal niet erg mam, dan ga ik je gewoon troosten met een heleboel kusjes en knuffels’. De kist is oude scheepskist van hout die al een paar jaar op onze kamer staat, gevuld met herinneringen aan Boris. Hij staat er sinds de zwangerschap van Babet. Het kamertje van Boris moest worden aangepast voor haar, een ingewikkelde proces waar ik ruim de tijd voor nam, en veel van zijn spulletjes kregen een mooie plek in deze kist. In het begin keek ik er regelmatig in, de behoefte was toen nog heel groot en ik had het nodig om zijn kleertjes te voelen, te bekijken en te ruiken. Zijn kleertjes droegen in het begin nog zijn geur, en ik heb ze destijds in een afgelosten plastic zak gedaan in de hoop dat zijn geur zo lang mogelijk zou blijven. Dit is best goed gelukt, maar de tijd heeft het logischerwijs steeds meer doen vervagen. En vandaag duiken Babet en ik samen de kist in. Ik probeer er zo open en rustig mogelijk in te staan, dit moment is even voor haar. Babet is erg enthousiast en zodra de kist openstaat haalt ze er van alles uit. Ze praat honderd uit en ik probeer het ondertussen niet vervelend te vinden dat het niet op ‘mijn’ manier gaat. Alles gaat op zijn kop, en van mijn zorgvuldig gesorteerde kist is weinig meer over. Het doet er eigenlijk weinig toe als je er over nadenkt, maar als het om Boris gaat, doet álles er voor mij toe. Maar, het lukt me dit naast me neer te leggen, en ik laat haar begaan. We bekijken zijn kleertjes die hij niet aan heeft gehad en het speelgoed waar hij nooit mee speelde. We bestuderen samen zijn foto’s en belanden tussen al zijn spulletjes langzaam even in onze eigen wereld. Ik pak zijn kleertjes die hij wél aan heeft gehad uit het speciale zakje en probeer de geur tevergeefs op te snuiven. Alles wat er over bleef is de geur van katoen en de, volgens Babet ouderwetse, geur van de scheepskist. Dan pak ik zijn sokjes, daar waar zijn geur het meest intens was. Heel even denk ik tóch iets te ruiken. Ik weet niet of het alleen mijn herinnering was, hoogstwaarschijnlijk wel, maar heel even was ik daar. Zijn voetjes, zijn lijfje, zijn aanwezigheid. Heel eventjes, ben ik weg, heel even, ben ik bij hem… Babet ziet het aan me en haalt me uit mijn trance met haar woorden; ‘Ik voel je mam, ik voel je echt…’. En waar ik op het punt stond om te breken, zag ik mijn meisje met waterige ogen naar me kijken. ‘Kom maar liefje’ zeg ik, en ik trek haar op schoot tussen de spulletjes van Boris. Ze huilt eventjes en kruipt dicht tegen me aan. ‘Ik wil gewoon niet dat we hem kwijt zijn en ik vind het stom dat mijn boertje er niet is’. Eventjes blijven we zo zitten samen. Een paar minuutjes later ruimen we alles weer op. Ze vraagt of ze een klein knuffeltje mag hebben uit de kist, eentje die een tijdje op zijn grafje heeft gelegen. Ik vind het goed en ze is dolblij met een klein stukje van hem. Ik kijk naar mijn grote kleine meisje en voel heel veel tegelijk. Gemis om Boris, trots op mijn achtjarige krullebol, maar vooral heel veel liefde voor mijn kinderen… 
14 december 2024
Ik doe zo mijn best om het klein te houden. Om alleen belangrijk te vinden, dat wat ook echt belangrijk is. Samen zijn, kusjes van mijn meisje, uit kijken naar kerst met ons gezin. Herinneringen maken, herinneringen eren. Kaarsjes aan, lief zijn. Ik doe zo mijn best om het klein te houden maar het lukt me niet altijd. Mijn bedrijf run ik nog steeds alleen en dat is veel, de sociale ballen die er altijd zijn vragen ook veel. Maar ik wil het kleinhouden, ik móet het klein houden, anders stroomt het over. Dan stroom ik over en dat is eigenlijk al te vaak gebeurt. Vlak na Boris stond ik zo dicht bij mezelf, voelde ik wat er echt van binnen speelde en kon ik grenzen aangeven waar nodig. Nu moet ik dagelijks terug naar dat plekje om weer te voelen waar het om draait. Het leven heeft zijn hectiek weer in volle gang over genomen, en het lijkt steeds moeilijker hier weer naar terug te gaan. Maar ik weet ook, bewustwording is de eerste stap, in die zin heb ik een flinke hore genomen. En richting kerst zoek ik weer het kleine op. In het geven van liefde en het ontvangen, want dat is wat het is. Kleine gebaren met grootse betekenissen, elke dag weer. Klein maar oh zo fijn! Nú is het moment, nú is waar het om draait, nú is waar je het verschil kunt maken. Wij houden het ook graag letterlijk klein met kerst. Samen zijn, lief zijn. Kerstboom optuigen, kadootjes uitpakken in pyama's, lekker eten, even wandelen en films kijken. En verder niets. Boris is er bij, zoals altijd, op zijn eigen manier. We steken kaarsjes aan, eentje extra voor hem, en soms pak ik even zijn vosje, vooral in de nacht. Ook voor hem houden we het klein, de liefde is er toch wel, die gaat echt nooit meer weg...
10 december 2024
De dagen vliegen voorbij en we komen steeds dichterbij kerst. Er belanden steeds mee kadootjes onder de kerstboom en we zijn al druk aan het verzinnen wat we gaan eten deze dagen. Babet vroeg of we nog een kadootje voor Boris onder de boom gaan leggen. Eigenlijk had ik voor mezelf bedacht dat het dit jaar niet hoeft, maar misschien is het toch fijn om hem toch iets te kunnen brengen met kerst. Natuurlijk steken we altijd een kaarsje voor hem aan bij ons thuis en bij zijn grafje, en ik denk dat ik met Babet een knuffel ga uitzoeken die we dan ook bij zijn grafje kunnen brengen. Het gemis is niet perse groter met kerst, het gemis is er namelijk altijd en is naast mijn liefde voor hem verweven in mijn leven. De lege plek is is tijdens feestdagen en fanilie momenten wel wat groter en ik denk wat vaker aan hem deze dagen. Dan ben ik zo benieuwd naar of hij ons nog kan zien. Zijn kleine zusje die een knuffel bij zijn grafje brengt of de kaarsjes en lichtjes die voor hem branden. “Ben je er nog liefje? En kun je ons ook zien? Ik hoop dat het mooi en fijn is waar je bent, en dat ik ooit weer bij je kan. Dat ik je weer vast kan houden en dat we dan voor eeuwig samen zijn! Voor nu denk ik je dichtbij ons, en voel ik onze liefde sterker dan ooit…”
4 oktober 2024
Zomaar, op een avond, omdat herinneringen en pijn nou eenmaal zo werken. "Voordat ik ga slapen kijk ik nog even bij mijn kleine meisje. Ik geef haar een kus op haar wang en vertel haar zachtjes hoeveel ik van haar hou. Ik strijk over haar voorhoofdje en ineens ben ik daar. Ik voel hem. Zijn hoofdje en zijn neusje. Ze lijken zo op elkaar en voelen nog steeds hetzelfde. Hun zachte lieve huid en de manier waarop hun oogjes dichtgaan. Zo lief, zo mooi en zo van mij. Ik voel haar elke dag, maar hem ook nog steeds. Hij zit in mij, hij lééft in mij. Zijn leven begon tenslotte in mijn lijf, maar het eindigde daar ook. Hij is met elke vezel van mij verbonden, en dat zal altijd zo zijn. Als onderdeel van mij, in mijn hart én in mijn lijf, neem ik hem voor altijd met me mee…"
Meer blogs weergeven...